Nieuwe kansen in coronatijd

Terug naar het jaarbericht

  • “We wilden het maximale betekenen voor de inwoners van ons werkgebied”

Directeur-bestuurder Bert Hogemans vertelt in onderstaand interview hoe hij het ‘coronajaar’ heeft beleefd.

In maart moesten alle bibliotheken vanwege de coronapandemie enkele weken sluiten. Hoe heb je die periode tijdens de eerste lockdown ervaren?

“Tijdens de persconferentie waarin de eerste lockdown werd afgekondigd zaten we met een flink deel van de staf te kijken. Er lagen al scenario’s klaar om zo snel mogelijk besluiten te kunnen nemen en dat hebben we die zondagavond 15 maart ook meteen gedaan. Het is heel dubbel: natuurlijk is het vreselijk om vestigingen te moeten sluiten en activiteiten te moeten afzeggen. Juist in zo’n situatie waarin iedereen thuis moet blijven en eenzaamheid en verveling op de loer liggen. Maar aan de andere kant levert een crisissituatie ook een grote saamhorigheid op. Daardoor hebben we met de hele organisatie enorm veel energie kunnen steken in het bedenken en uitvoeren van alternatieven. Hierdoor hebben we geprobeerd het maximale te betekenen voor de inwoners van ons werkgebied.”

De sluiting zorgde ook voor nieuwe en creatieve plannen. Waar ben je het meest trots op?

“Ik ben op veel initiatieven trots. Voor mij is een van de graadmeters de dankbaarheid die onze leden toonden, en die kwam in veel verschillende vormen op ons af. We ontvingen telefoontjes van enthousiaste senioren die door de digitale hulplijn hadden geleerd hoe ze konden videobellen met hun (klein)kinderen. Uit mijn eigen omgeving kreeg ik veel mails van thuiswerkende vrienden en kennissen die blij waren met de afleiding van de BiebBoys voor hun kinderen. Klantadviseurs en vrijwilligers van de Bibliotheek Aan Huis vertelden mij meermaals hoe gelukkig en dankbaar onze minder mobiele leden waren dat zij konden blijven lezen. Wat daar allemaal voor nodig is, is niet altijd even zichtbaar. Aan ‘de achterkant’ van de organisatie zijn bergen werk verzet om alle vestigingen coronaproof te maken voor heropening van de vestigingen. Alle uitzonderingen en aangepaste processen rond het aanschaffen, reserveren en vervoeren van onze half miljoen materialen bijvoorbeeld, vroeg een grote creativiteit en flexibiliteit van de afdelingen collectie, ICT en logistiek. Ik ben enorm trots op de mate waarin we ons als organisatie hebben kunnen aanpassen aan de steeds wijzigende omstandigheden.”

Wat vond je de grootste uitdaging het afgelopen jaar?

“Het feit dat regels, richtlijnen en kaders steeds bleven wijzigen maakte het heel lastig om eenduidig, helder en voorspelbaar beleid te hanteren. Dat zorgde wel eens voor onrust, een gevoel van ‘zwabberen’. Met name wanneer uit de besprekingen in de Tweede Kamer weer andere besluiten kwamen dan waar we een dag eerder op hadden geanticipeerd op basis van de persconferentie. Hierbij is het natuurlijk goed te realiseren dat zo’n crisis voor iedereen nieuw is. Alle overheden én de politiek doen dit voor het eerst, net als wij. Gelukkig maar.“

Wat neem je mee uit de coronacrisis naar de toekomst? Wat heb je ervan geleerd?


“Ik hoop dat de versnelde digitalisering zich positief ontwikkelt en beklijft. Zowel voor onze eigen organisatie als voor onze leden, bezoekers en gebruikers. Het gebruik van digitale platformen om bepaalde activiteiten en diensten te blijven aanbieden was wat wennen, maar eigenlijk een heel logische keuze. We hebben daar veel over geleerd, en realiseren ons nu ook dat niet alles altijd binnen onze muren hoeft plaats te vinden.

Het gedwongen thuiswerken heeft een grote boost gegeven aan de digitalisering van onze organisatie. We waren bijvoorbeeld recent overgestapt op Microsoft Teams. Iedereen heeft in rap tempo geleerd hoe je daar het beste mee kunt werken. Het blijkt ook dat je thuis soms veel geconcentreerder met bepaalde taken bezig kunt zijn. Toch vind ik alleen maar thuiswerken een slecht idee: om als organisatie goed te functioneren zijn de informele gesprekjes bij de koffieautomaat en in de pauze minstens even belangrijk als de formele overleggen die nu via Teams worden gevoerd.”

Hoe ziet de toekomst van de bibliotheek eruit na corona?


“Ik hoop dat we terugkrijgen wat we voor corona hadden, en meer. We weten bijvoorbeeld nu (nog beter) hoe belangrijk de verblijffunctie van de bibliotheek is tegen eenzaamheid. Voor onze krant-en-koffie bezoekers, maar ook bijvoorbeeld voor studenten en zzp’ers. Ik wil dus nog meer inzetten op ontmoeting en verblijf, maar ook op het beter kennen van (de behoeften van) onze gebruikers. De bibliotheek als inspirerende plek waar je verhalen en mensen ontmoet.

Daar blijft de collectie natuurlijk een stikbelangrijke rol in spelen, en we kunnen nog meer inzetten op context. Ook dat neem ik mee uit de coronacrisis: mensen hebben nu korte lontjes, waardoor wordt uitvergroot hoe sterk polarisatie op de loer ligt. De kracht van social media, gerichte (des)informatie en ‘alternatieve feiten’ maken dat de waarheid steeds minder belangrijk lijkt. Daarin hebben we als bibliotheek dezelfde grote rol die we honderd jaar geleden ook al hadden: zorgen dat iedereen over de kennis, vaardigheden, leermiddelen en ontwikkelmogelijkheden kan beschikken om volwaardig mee te doen aan onze maatschappij, democratie en cultuur. En natuurlijk dat een rijke lees- en literatuuromgeving beschikbaar blijft. Dat levert plezier en ontspanning, maar ook inlevingsvermogen, reflectie en een doorkijk naar andere denkbeelden. Hoe de bieb er concreet uit ziet over 10 jaar? Ik weet het niet. Wie had 10 jaar geleden gedacht dat de bibliotheek robots, greenscreens en VR-brillen in huis zou hebben?”